Geschiedenis van het Driekoningen-zingen
Het Driekoningen-zingen is een heel oud gebruik dat mogelijk ontstaan is uit de mysteriespelen. Deze liturgische spelen hielpen de (vaak ongeletterde) gelovigen de heilsmysteries van de geboorte en het sterven van Christus beter te begrijpen. Met het feest van Driekoningen trokken enkele mannen getooid een kroon op het hoofd en geschenken in de hand door de kerk naar de kribbe en boden deze het Christuskind aan.
In latere tijden trokken (arme) mensen verkleed als koningen door de straten en kregen voor het zingen van hun religieuze liederen een gave om voor zichzelf iets te kopen. Nog tijdens en na de Tweede Wereldoorlog tot in de 70’er jaren, bestond het gebruik in sommige delen van ons land om rond het feest van Driekoningen langs de deuren te gaan. Meestal was het geen volksdevotie meer, maar folklore omdat het zijn religieus karakter had verloren.
Tegelijkertijd werd in de Duitstalige landen door Pauselijke Missiewerken voor de Kinderen (PMK) initiatief genomen om het Driekoningen-zingen te revitaliseren. Het werd bekend onder de naam “Sternsingen”, eerst in Oostenrijk en Duitsland in de 50’er jaren en in de jaren ’80 ook in België en Zwitserland. Bijzonder is dat de religieuze context is hersteld en verbreed. Kinderen, verkleed als koningen, trekken langs de straten, verkondigen zingend de geboorte van het Christuskind en halen gaven op, niet voor zichzelf maar voor hun naasten in nood. Deze processiegang langs deuren van parochie- en verzorgingshuizen wordt veelal voorafgegaan met een catechetische voorbereiding over de betekenis van het feest en omkaderd door een uitzendings- en ontvangstdienst. Met deelname van honderdduizenden kinderen en een opbrengst van tientallenmiljoenen Euro’s is het ‘Sternzingen’ uitgegroeid tot het grootste kinderen voor kinderenproject ter wereld. Ook ons land kent op bescheiden schaal weer initiatieven naar het Duitstalige voorbeeld.